zondag 23 oktober 2016

Over papegaaien en heimwee

Ongeveer een drietal weken geleden werden Kenny en ik papegaaienouders. Croky is het vijfde gezinslid dat ons leventje helemaal perfect maakt. Zoals elke goede papegaaienmama trek ik 100 foto's per dag, film ik elke beweging die Croky maakt en kan ik uren naar hem staren. Zonder twijfel is hij de mooiste, liefste, beste en braafste papegaai van de hele wereld en ver daarbuiten. Ik betrap mezelf erop dat ik later naar het werk vertrek en vroeger naar huis ga, om meer bij Croky te kunnen zijn. Dat is uiteindelijk een goede zaak, want eigenlijk deed ik tot hiertoe bijna elke dag overuren. 's Ochtends spring ik met plezier uit bed: de ochtendmomentjes met Saiko en Croky zijn fantastisch. Ik glunder van trots als Croky in zijn kooi zit te brabbelen in zijn eigen gekke taaltje en ben helemaal verliefd als hij 's avonds in slaap valt op mijn schouder. Begrijp me niet verkeerd: een papegaai heeft zo zijn vervelende kantjes, zoals eten op de muren, elke dag de vuile kooi uitkuisen, ... Maar dat nemen we erbij natuurlijk. We zijn volledig omgevormd tot "crazy bird people", compleet met handige vogel-rugzak (jawel, zodat Croky overal mee naartoe kan) en vogelkamer (een kamer voor de vogel, welteverstaan).

Ik schreef het een tweetal weken geleden nog: het leven is simpel tegenwoordig en zoveel jaar geleden zou ik nooit durven dromen hebben dat ik zou zijn waar ik nu ben: droomhuis (al is het dan een huurwoning), droomauto, droomgezin, droomjob voor zowel Kenny als ik. Vorige maand vierden we onze emigratieverjaardag: het is nu één jaar en één maand geleden dat we voet zetten op Nieuw Zeelandse bodem. Er wordt wel eens gezegd dat je bij veranderingen alle seizoenen moet doorlopen en dat je je nadien beter zal voelen, of dat er duidelijkheid zal komen. Wij beginnen aan onze tweede zomer hier in Nieuw Zeeland. In alle opzichten verschilt deze zomer van onze eerste maanden in Nieuw Zeeland. De ontdekkingstocht is voorbij, we hebben ons plekje gevonden. In plaats van visa-stress kunnen we nu genieten van het mooie weer. Op veel vlakken hebben we die langverwachte duidelijkheid inderdaad gevonden, we voelen ons thuis hier aan de andere kant van de wereld. Het zit wel goed en we zijn gelukkig. Ondertussen weten we ook dat heimwee altijd een inherent deel van ons emigratie-leven zal zijn. Het is een stukje van onszelf geworden, de dagdagelijkse realiteit. Hoe goed we het ook zullen hebben, hoe fijn het hier ook is, we zullen het nooit kunnen delen met onze Belgische familie en vrienden. Het sluimert altijd een beetje op de achtergrond, als een kleine stemmetje in het achterhoofd. Er zijn dagen waarop het voelt alsof het gisteren was dat we afscheid namen, dat het gemis weer even intens voelt als op die eerste dag. Er zijn dagen dat de heimwee bijna afwezig is, dat ik er amper aan denk. Maar altijd is er de schaduw van de heimwee. Je leert er mee leven. Zo worden moeilijke zaken ook een normaal onderdeel van het alledaagse leven. Of zoals men ook weleens zegt: je kan de goede momenten niet appreciëren als je nooit moeilijke momenten hebt. Gelukkig hebben we naast onze twee harige kindjes nu ook een gevederd kindje om ons te troosten als het moeilijk wordt.

De droomauto
Croky

zondag 2 oktober 2016

Gelukkig

Over 11 dagen verjaar ik. Dan word ik dat getal waar een 3 voor staat in plaats van een 2. Daar loop ik al ongeveer 10 jaar over te zeuren. Gewoon, omdat ik het een akelige gedachte vond: "ouder worden". Elk jaar wordt het getalletje een beetje hoger en daar kan je helemaal niets aan doen. Het is niet te stoppen... En zaken die buiten je controle vallen zijn over het algemeen akelig, zo is dat nu eenmaal.
Maar vandaag was het anders. Wat een bewogen twee weken waren het al, meteen ook de verklaring waarom een blogje zo lang op zich liet wachten. Vorig weekend kochten we een tweede wagen, die hebben we nodig omdat Kenny morgen ook begint te werken. We hebben een tijdje gezocht vooraleer we deze auto kochten. We wilden immers de perfecte wagen: zuinig, verantwoordelijk, ruim, nieuw en goedkoop. We kochten volledig het omgekeerde: een rode sportwagen waar ik al jaren van droomde. Een mens leeft maar één keer hé. Een paar dagen later kregen we nog beter nieuws: de papegaai waar we al een tijdje op aan het wachten waren, was klaar om het nest te verlaten. Gisteren gingen we dus naar Kerikeri (5 uurtjes rijden hiervandaan) en haalden we ons nieuwe gezinslid op. Croky is alles wat je maar kan wensen van een papegaai. Hij is ongelooflijk flink, braaf en gemakkelijk, een kinderdroom die werkelijkheid wordt.

En dus was het vandaag anders. Tijdens de ochtendwandeling amuseerde Saiko zich rot, hij sprong en snuffelde en probeerde konijntjes te vangen (zonder succes uiteraard, want hij was aangelijnd). Ik moest er spontaan van lachen, wat een geschenk is het toch om iets dat je zo graag ziet zo gelukkig te zien. Het leven kan simpel zijn, en dat is het de laatste tijd ook. Ik geniet van de ongelooflijke traagheid van mijn bestaan, zonder complexiteiten. Toen overviel het me plots, dat ik over 11 dagen verjaar. Ik was even uit het oog verloren dat ik dus 30 word binnenkort. Ik vond het plots geen akelige gedachte meer, dat er een 3 in plaats van een 2 komt. Met mijn verjaardag zo dichtbij leek het maar normaal om me even af te vragen wat mijn verjaardagswensen zouden zijn. Ik moest even hard nadenken en kwam toen tot de conclusie: neen, er is niets meer dat ik nog zou willen. Vandaag ben ik perfect gelukkig.
Ik had me zoveel jaren geleden niet kunnen indenken dat ik hier nu zou zijn als ik ooit 30 werd. Maar vandaag de dag zou ik nergens anders willen zijn. Het is goed zo. Dat heet dan gelukkig zijn...

Croky

vrijdag 9 september 2016

La Belgique

We zijn ondertussen al weer terug in Nieuw Zeeland. Tijdens onze reis naar België werd de blog wat verwaarloosd, familie en vrienden kregen dan even voorrang. Na enkele dagen bekomen van de jetlag is het dan nu eindelijk tijd om onze indrukken van de Belgiëreis met de wereld te delen.
Het is moeilijk, zo niet onmogelijk, om ons tripje naar het vaderland in één woord uit te drukken. "Emotionele rollercoaster" geeft het gevoel wel goed weer, maar dat zijn dan weer twee woorden.
Op weg naar België kwamen we in Guangzhou, of all places, een Nederlander tegen die al jaren in Nieuw Zeeland woonde. Hij gaf ons de veelzeggende woorden mee: "de eerste keer teruggaan naar je thuisland zal veel duidelijk maken." Met hoge verwachtingen trokken we dus naar België. Dit zou de reis zijn die ons eindelijk duidelijkheid zou brengen.

Het weerzien met vrienden en familie was, uiteraard, fantastisch. Het was een beetje vreemd en heel erg normaal tegelijk. Het was alsof we nooit weggeweest waren en toch net terugkwamen van een lange verre reis naar vreemde oorden. We hadden zoveel te vertellen en toch ook weer niet. We genoten met volle teugen van alle Belgische geneugten onder het gezellig samenzijn met de mensen van wie we zoveel houden. Een Belgisch biertje in de zomerzon in fijn gezelschap, veel beter kon het niet worden. Maar alle pakjes friet en zakken chips kunnen niet op tegen het genot dat we hadden van gewoonweg simpele gesprekken te voeren. Snel eventjes kunnen binnenspringen bij elkaar en praten over koetjes en kalfjes, dat is wat we echt misten aan België. Chocolade en chips kan je meenemen, tot laat 's avonds bijpraten op het terras op een warme zomeravond past helaas niet in de koffer.

En dus zitten we hier terug, aan de andere kant van de aardbol. Geen gezellige warme zomeravonden, wel chocolade en chips. Het contrast van de koude winterdag is groot met de warmte die we ervaarden bij de vele BBQ's en zwembadfeestjes. Ik kan niet anders dan terugdenken aan de gevleugelde woorden van de Nieuw Zeelandse Nederlander in China: "deze reis zal veel duidelijk maken". Ik wou dat hij gelijk had, maar het ligt helaas niet zo simpel.
Het is de vraag die, blijkbaar, ieder van jullie bezig houdt. Ze werd ons bijna dagelijks gesteld tijdens ons verblijf in België: "komen jullie nog terug?". Meestal antwoordden we lacherig "ja hoor, op vakantie", want moeilijk nieuws is altijd gemakkelijker te brengen met een portie humor. Andere keren gaven we een twijfelachtig "ik denk het niet". Wat veroorzaakt die twijfel dan? We zijn rotsvast overtuigd van de voordelen die aan een verblijf in Nieuw Zeeland verbonden zijn. Kort gezegd, zijn we gewoon betere versies van onszelf. De afwezigheid van stress en de rustige samenleving zorgt ervoor dat we onszelf op een positieve manier kunnen ontplooien. Allemaal goed, maar dan is er natuurlijk nog België. Ik kan boeken schrijven over alle dingen die ik niet fijn vind aan België: de jachtigheid van het bestaan, de hoge werkdruk, de files, stress, ... Maar eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat ik ook boeken kan schrijven over alle dingen van België waar ik van houd. Kon ik iedereen maar gewoon meenemen in mijn koffer naar Nieuw Zeeland. Iedereen netjes op een rijtje: een paar in mijn koffer en een paar in Kenny's koffer. Als we voorbij de douane passeren zijn jullie dan gewoon heel stil, wij zeggen dat we niets aan te geven hebben. Het plan zal slagen, ik weet het zeker. Als we dan thuis komen, pakken we jullie uit. Jullie zullen wel verrimpeld zijn van de lange reis, maar dat is niet erg. Eventjes op adem komen en dan is alles weer in orde, dan kunnen we samen genieten van de koude winternachten bij het haardvuur.

Het is natuurlijk logisch, het afscheid ligt opnieuw vers in het geheugen. Emigreren is helaas niet alleen spannende avonturen beleven, het is ook leren omgaan met gemis en afscheid. Door mede-emigranten is me beloofd "dat het beter wordt". Geduld is dus de boodschap...

maandag 8 augustus 2016

Terugblikken

Nog vier nachtjes slapen. Dan stijgen we op naar de wolken om te beginnen aan onze lange terugrit naar het Belgenland. Als we landen in België op 13/08 is het exact 11 maanden geleden dat we nog voet hebben gezet op Belgische bodem.

De tijd is voorbijgevlogen, het lijkt geen jaar geleden. Het lijkt alsof het gisteren was dat we nog in allerijl alles aan het inpakken waren om snel snel het huis leeg te krijgen. Het lijkt nog maar enkele minuten geleden dat we afscheid namen van vrienden en familie om met een bang hartje op het vliegtuig te stappen. Daarnet blikten we even terug op onze 11 maanden in Nieuw Zeeland.... Wat een avontuur was het al. We kwamen toe met letterlijk een paar koffers en na welgeteld één dag stonden we al op straat met onze spullen in onze handen omdat Kenny zijn koffer het had begeven en ik maar een hotel voor één nacht had geboekt. We hebben een hele weg afgelegd sedertdien, letterlijk en figuurlijk. Ons avontuur bracht ons door heel Nieuw Zeeland met tussenstops in Auckland, Taupo en Christchurch. New Plymouth leek eventjes het eindstation maar ondertussen weten we dat het volgende hoofstuk zich in Hamilton zal afspelen. 

Onze tijd in New Plymouth is misschien niet altijd verlopen hoe we het gewild zouden hebben, maar nu we terugblikken weten we met 100 % zekerheid: New Plymouth was een noodzakelijke tussenstop in het bereiken van onze droom. We hebben zoveel geleerd hier in deze kleine slapende stad, onze eerste kennismaking met het echte Nieuw Zeelandse leven. 

Nu zijn we klaar voor het volgende hoofdstuk in ons Nieuw Zeelandse leven: onze verhuis naar Hamilton. We vonden een prachtig huisje op een boerderij in Te Awamutu. Met zijn 9500 (en 2) inwoners belooft Te Awamutu een bruisende stad te zijn. Gelukkig is de metropool Hamilton niet veraf. Ik zet mijn droomjob verder in Hamilton en Kenny.... die begint in oktober aan zijn droomjob als adventure cave guide in Waitomo Caves.

Maar eerst: België! Wat kijken we er naar uit. Ik tel de dagen en uren af tot we weer frietjes kunnen eten, chocolade kunnen snoepen, bier kunnen proeven, lekkere chips eten. En oh ja, iedereen terugzien ook natuurlijk ;-)


dinsdag 5 juli 2016

Een nieuw avontuur in Hamilton

Ik schreef er een aantal weken geleden al over: onze onmogelijkheid om te aarden in New Plymouth. De goede verstaander heeft na alle vorige blogs al wel begrepen dat Kenny geen job vindt hier in deze kleine stad en het hoeft niet gezegd dat hij daar niet bepaald blij van wordt. De werkloosheidsgraad hier in New Plymouth ligt de laatste tijd erg hoog en daar waren we ons niet van bewust toen we naar hier verhuisden. Daar komt nog bij dat we het gewoon moeilijk vinden om ons thuis te voelen in New Plymouth, maar daar schreef ik eerder al over.

De titel van dit blogbericht geeft al een vrij grote tip prijs: we gaan binnenkort een nieuw avontuur tegemoet. De voorbije twee weken hebben we vooral in spanning afgewacht, maar ondertussen is het officieel: we gaan naar Hamilton! Ik krijg een interne transfer op "compassionate grounds", dat wil zeggen dat een transfer normaal niet wordt toegestaan als je nog maar een aantal maanden in dienst bent, maar omdat ze "compassie" hadden met ons hebben ze een uitzondering gemaakt. Ik behoud dus mijn job, maar in een andere regio.

Voor wie niet veel over Hamilton weet: het is de vierde grootste stad in Nieuw Zeeland (met 156.000 inwoners) en heeft een uitstekende ligging met Auckland dichtbij. Hamilton is ongeveer een drietal uur rijden verwijderd van New Plymouth. Een minder geïsoleerde "big city" met meer opportuniteiten is net wat we nodig hebben. De komende weken zullen dus gevuld zijn met het zoeken naar een woonst en een job (voor Kenny) in Hamilton. Bij terugkomst van België begin ik dan te werken in het team van Hamilton en beginnen we beiden aan ons nieuwe leven in Hamilton.

Spannende tijden, we zien het nieuwe avontuur alvast goed zitten. De moraal is weer hoog en we zijn alvast vroegtijdig begonnen met terugblikken op ons korte verblijf in New Plymouth. We beseffen goed en wel dat we niet meer de luxe zullen hebben van een oceaan en een berg/vulkaan dichtbij te hebben. Neen, we zullen het moeten doen met de oceaan op een half uurtje van ons vandaan. Wat een opoffering... Het voelt een beetje als ontsnappen, uit het afgelegen, slaperige New Plymouth. Daag New Plymouth, ik zal je niet missen!




maandag 13 juni 2016

Aanvaarding

De emigratiedip, of emigratiedepressie zoals ik het even geleden omschreef, heeft ons een tijdje in de greep gehad. Jawel, jullie lezen dat juist: "gehad". Er is licht aan het einde van de tunnel, de zon schijnt terug aan de hemel. Aanvaarding durf ik het noemen. De langverwachte aanvaarding heeft ons bereikt. Net zoals de emigratiedepressie, kwam de aanvaarding volstrekt onverwacht. Niet zoals een donderslag bij heldere hemel, zoals het cliché dat wel eens wil hebben. Neen, eerder zoals een zachte roosgekleurde zonsopgang, traag opkomend maar onmiskenbaar aanwezig en niet te negeren.

De aanvaarding neemt een andere gedaante aan dan we verwacht hadden. Als in de sprookjes hadden we gehoopt op een "ze leefden nog lang en gelukkig", je weet wel zonder ooit nog negatieve emoties te voelen. In plaats van sprookjesachtige dromen, kregen we een aanvaarding onder de vorm van realiteit. Het gebeurde vorige week, toen ik op het werk mijn stoute schoenen aantrok om onze moeilijke situatie te bespreken (kenny's werkloosheid en onze intrinsieke onmogelijkheid om New Plymouth leuk te vinden). Zoals verwacht was de manager enorm begripvol en sedertdien bekijken we samen de mogelijkheden om te verhuizen naar een andere regio, mét behoud van mijn job. 
Er viel een last van onze schouders, nu er weer mogelijkheden in het verschiet zijn. Opeens besefte ik dat we al die tijd dat het moeilijk was, op geen enkel moment overwogen hebben om Nieuw Zeeland te verlaten. Het land stond geen enkel moment ter discussie, de stad daarentegen... We zijn hier nu negen maanden en in die periode hebben we nog geen enkele keer gedacht dat verhuizen naar Nieuw Zeeland een slecht idee was. Daartegenover staat dat we al ongeveer 100.000 keer hebben bedacht dat verhuizen naar New Plymouth niet onze slimste zet was.

Het besef dat we nog steeds onze droom aan het beleven zijn, zij het dan op de verkeerde locatie, gaf ons gemoed een boost. Tegelijkertijd beseften we ook dat gemis nu eenmaal een inherent onderdeel is van emigreren. De aanvaarding houdt dus eigenlijk meer in dat we het emigratieproces aanvaarden, met al zijn ups en downs. Misschien moesten we ten volle beseffen dat we voor Nieuw Zeeland kiezen om ook de minder leuke kantjes te kunnen omarmen. 

Het gemis is niet gestopt. Er gebeurt vanalles in België: leuke zaken, minder leuke zaken, erg droevige zaken en fantastische toffe zaken. Het leven gaat voort daar in België, ook zonder ons. Het positieve is dat ook ons leven vooruitgaat, zonder België. We leerden op onze eigen benen staan en werden op een paar maandjes tijd een pak wijzer. Het allerbelangrijkste is wel dat we rust gevonden hebben, in ons hoofd en in ons dagelijks leven. Aanvaarding heeft zo zijn positieve kanten.

Besneeuwde Taranaki

The Pinnacles


vrijdag 3 juni 2016

Het wonderlijke leven in het kleine New Plymouth

New Plymouth is een prachtige, rustige en gezellige stad. Het is ook een bijzonder kleine en erg geïsoleerde stad. We wonen hier nu vijf maanden en in die periode hebben we de moeilijkheden om je te vestigen in een dergelijke afgelegen stad uit de eerste hand ervaren. Toen we vijf maanden geleden naar hier trokken, hadden we geen idee dat verhuizen naar New Plymouth moeilijker zou zijn dan onze maandjes in Christchurch. Nieuw Zeeland is Nieuw Zeeland, dachten we.

Fout, Nieuw Zeeland is niet overal hetzelfde. New Plymouth is de definitie van "the middle of nowhere", het centrum van Zakkemakke. De dichtstbijzijnde grote stad is drie uur rijden, in eender welke richting. Er wonen pakweg 70.000 inwoners in het district New Plymouth (dus niet enkel in de stad maar ook in omliggende dorpjes). De stad werd ook verkozen als "the best small city in the world". Het kernwoord daar is niet "best" maar wel "small", anders kan het wat misleidend zijn. Ik ben er vast van overtuigd dat New Plymouth de ideale plaats is om kinderen groot te brengen. Ik ben trouwens niet de enige die dat gelooft, want Nieuw Zeeland zelf heeft New Plymouth verkozen als één van de beste plaatsen om je kinderen op te voeden. Dat klopt ook, er zijn tal van leuke en gratis activiteiten voor kinderen.
Laat de realiteit nu echter wel zijn: wij hebben geen kinderen (en zijn niet meteen van plan om aan gezinsuitbreiding te beginnen). Dus wat hebben wij hier verloren in dit afgelegen en rustige kinderparadijs?

De voorbije maanden hebben we ons uiterste best gedaan om ons onder te dompelen in het bruisende sociale leven van New Plymouth. Helaas, zo eenvoudig bleek dat niet. New Plymouth is een heel hechte community. Dat heeft zo zijn voordelen, zoals toen we geen meubels hadden en mijn collega's me uit de nood hielpen. Maar dat betekent ook dat bijna iedereen die hier woont, hier al zijn hele leven woont. Mensen hebben geen nood aan nieuwe vrienden, ze hebben hun zelfde kliekje dat ze al zo lang hebben. Bovendien hebben ze hier geen skydiveclubs of vliegclubs zoals dat er wel was in Christchurch, dat maakte het voor ons persoonlijk natuurlijk wat gemakkelijker om mensen te leren kennen.
Vorige week verloor ik een beetje de moed, hoe kon het toch zo moeilijk zijn om nieuwe mensen te ontmoeten. Ik keerde naar "meetup", een soort sociaal netwerk waar je "in real life" kan afspreken met anderen. In grotere steden is meetup een ideale tool om gelijkgezinden te ontmoeten. In New Plymouth is er echter bijzonder weinig keuze. Vol goede moed trok ik naar mijn eerste meetup. Daar toegekomen merkte ik al snel dat de opkomst bijzonder lauw was. Er waren slechts twee anderen: een eenzame moeder en een depressieve dragqueen. Toegegeven, hoewel niet helemaal wat ik ervan verwacht had, werd het een fijne avond.

Het is moeilijk. In een kleine geïsoleerde stad je weg vinden en een nieuw leven opbouwen kent zo zijn eigen beproevingen. Op zich lukt het ons aardig en we ontmoetten al vele interessante mensen. Maar toch... Zullen we het volhouden in het slaperige New Plymouth of zullen we toch terug verlangen naar the Big City Life? Dat is de vraag die ons bezighoudt...




vrijdag 13 mei 2016

Op werkvlak

Volgende week ben ik exact vier maanden in dienst bij mijn nieuwe job. De tijd vliegt, zegt men dan. De tijd is ook effectief voorbijgevolgen. De eerste drie maanden werden gevuld door de zeer doorgedreven opleiding, zoals jullie weten. De voorbije maand ben ik eindelijk effectief van start gegaan met het echte werk. Drie weken geleden ging het eerste langdurige therapeutisch programma voor daders in New Plymouth van start. 10 mannen maken deel uit van de groep en zullen gedurende 12 weken lang een doorgedreven therapeutische begeleiding krijgen van ondergetekende en collega.

De effectieve start van het programma was, net zoals alle onderdelen van mijn leven tegenwoordig, een emotionele rollercoaster. Ik kon mezelf niet van de gedachte ontdoen dat ik het mezelf wel heel erg moeilijk gemaakt had. Waarom had ik niet gewoon een gemakkelijke job gekozen? Eentje die ik meteen erg goed zou kunnen en waar ik in zou kunnen uitblinken... Hoewel ik de opleiding goed had doorstaan, is de effectieve job een ander paar mouwen. De job spreekt een heel nieuwe skillset aan waar ik nog maar weinig ervaring mee heb. Bovendien moet er uiteraard een bepaalde handleiding gevolgd worden, die ik ook nog niet voldoende onder de knie heb. Voeg daar dan nog eens aan toe dat je tien mannen tegelijk in het oog moet houden en je krijgt een wel heel moeilijke cocktail. Gelukkig hoef ik dat dus niet alleen te doen en heb ik een goede collega die me steunt doorheen al mijn emotionele hoogtes en laagtes.

De voorbije weken was er dus behoorlijk wat twijfel over de uitdaging die ik was aangegaan. Ik dacht dat ik het mezelf te moeilijk had gemaakt en dat ik de job nooit onder de knie zou krijgen. Tot de rede me toesprak, dit keer verwezenlijkt door mijn mama, en me er op wees dat alle begin moeilijk is. Tja, soms hoeft het niet ingewikkeld te zijn om verandering teweeg te brengen. Mama had gelijk, alle begin is moeilijk en zeker het begin van een nieuwe job in een vreemd land in een vreemde taal. Ik kon plots de dingen weer wat in perspectief zien.

Deze week ging ik dus met een nieuwe blik terug gaan werken. Ik deed mijn best, wetende dat ik niet perfect zou zijn. Het loslaten van de stress bracht meteen met zich mee dat ik eigenlijk beter presteerde dan alle voorbije dagen en weken. Ik had er opnieuw plezier in en dat werd opgemerkt. Deze vrijdag toen het tijd was om naar huis te gaan, dacht ik spontaan "oh nee, vrijdag, ik wil eigenlijk nog een beetje werken". Ik vond het zowaar jammer dat het al weekend was. Plots wist ik dat het goed zat. Want is dat niet het gevoel dat we eigenlijk allemaal willen? 's Ochtends met plezier uit het bed springen omdat je zo snel mogelijk op het werk wil zijn en het jammer vinden dat het vrijdag is. Ja, eigenlijk zit het wel goed.

Random foto van Saiko



woensdag 11 mei 2016

De vijf stadia van emigreren

Men zegt dat mensen die emigreren dezelfde stadia doorlopen als iemand die rouwt. In het begin had ik moeite om dat te geloven, je kiest immers om te emigreren terwijl je er niet voor kiest om iemand te verliezen en te rouwen. Ik was ervan overtuigd dat het aspect "keuze" een invloed had op hoe je de emoties die eraan verbonden zijn, ervaart. Ondertussen weet ik dat ik fout was. Wie emigreert, maakt een bewuste keuze maar verliest ook veel. Je verliest je land, je familie, je vrienden, je gewoonten, je dagelijkse routine. Je verliest alles wat je gekend hebt en normaal vond. Natuurlijk kan je nog op bezoek naar je thuisland, je kan lekkere producten bestellen online, je kan skypen met de familie, een whatsapp berichtje sturen naar de vrienden en je bouwt een nieuwe routine op. Klopt allemaal, maar dat neemt helaas de realiteit niet weg: dat je ver weg verwijderd bent van alles wat je ooit kende.

En dus begint het emigratieavontuur met de volledige ontkenning van al die moeilijke emoties. Ik herinner me nog onze eerste weken, maanden in Nieuw Zeeland. Wat waren we naïef... We waren volledig in vakantiestemming en ervan overtuigd dat het altijd zo zou blijven. We vroegen ons zelfs luidop af "wanneer het nu moeilijk zou worden" en waren er rotsvast van overtuigd dat dat nooit zou gebeuren. Wij waren immers sterk en hadden alles op een rijtje. Wij treurden niet.

Vanaf het moment dat we ons in Christchurch settelden, begon dat dromerige vakantiegevoel weg te ebben. Het begon door te dringen dat we hier waren om te blijven en dat het echte leven ook moest beginnen. De boosheid begon toe te slaan. Ik was kwaad op iedereen en was ervan overtuigd dat men ons eigenlijk niet miste. In alles vond ik daarvoor bewijs. Ik wou niet toegeven dat ik België, en de daarbijhorende mensen, eigenlijk zelf enorm hard miste en kanaliseerde daarom al mijn energie in boos zijn. Gelukkig was ik slim genoeg om die boosheid voor mezelf te houden. Diep vanbinnen wist ik toen eigenlijk al wel wat er aan de hand was.

Zoals bij elk goed rouwproces ving nadien de onderhandelingsfase aan. We begonnen allerlei wilde plannen te maken. Het ene plan was al gekker dan het andere, maar elk plan had wel gemeen dat er "een België-optie" in zat. We begonnen te bekijken "hoe belangrijk het nu écht was dat we in Nieuw Zeeland bleven". Ook de mogelijkheid om "nu meteen direct" naar België te vliegen werd ongeveer één keer per dag bekeken.

En dan kwam de depressie. Als een donderslag bij heldere hemel, plots, uit het niets. Plots was het groene gras niet meer zo groen en de heldere hemel niet meer zo blauw, de prachtige vulkaan te hoog om te beklimmen en de oceaan te koud om in te zwemmen. Het land van onze dromen liet zijn imperfecties zien en het besef dat geen enkele plaats 100 % perfect is nam toe.

De volgende stap is aanvaarding. We kijken er al naar uit.

Het lijkt misschien vreemd, de bereidheid om je zo slecht te voelen, te kiezen voor een soort van rouwproces, als je ook gewoon op de vlieger kan stappen en netjes terug naar huis kan gaan. Dat is omdat, onder al de harde emoties, Nieuw Zeeland nog steeds onze droom blijft. Onze droom die we hebben waargemaakt. En wie heeft ooit gezegd dat dromen volgen gemakkelijk is?



vrijdag 6 mei 2016

De emigratiedip

"Kom je nog terug", vragen mensen me. Een vraag waar ik het antwoord niet op weet. "Blijf je dan daar?", volgt dan meestal. En opnieuw blijf ik het antwoord schuldig. Het antwoord is dat we het niet weten, en dat niet weten ook ok is. Bijna acht maanden zijn we nu in Nieuw Zeeland, dat is niet bijzonder lang maar ook niet bijzonder kort. Acht maanden is voldoende. Voldoende om een heleboel ontdekt te hebben maar niet genoeg om alle antwoorden te hebben.
Acht maanden is voldoende om dat moment te bereiken waar we al wel eens over gelezen hadden: de emigratiedip. Het moment waarop routine bereikt wordt en het normale leven weer start. Het moment waarop de vakantie eindigt en je noodgedwongen naar het echte leven over moet. Het spannende en nieuwe is er af en de dagen worden normaal. Het plotse besef dat dit het leven is nu, kruipt zachtjesaan het denken binnen. Als de dagen rustig worden, is er plaats voor nieuwe zorgen. Zo is de menselijke geest netjes bedacht. Het lichtjes kleurrijke gevoel van dépaysement waar ik eerder nog over schreef maakt plaats voor goede ouderwetse heimwee in al zijn facetten. 
Heimwee, het verlangen naar bekende zekerheden. Een dubbel gevoel, want wat zijn tegenwoordig nog bekende zekerheden? Een verlangen naar thuis, waar dat ook moge zijn. De dualiteit en absurditeit van heimwee overvalt plots, wanneer je het het minste verwacht. Alsof je nooit 100 % gelukkig mag zijn. Net als je van al het geluk wil genieten, herinnert het leven je eraan dat je het niet kan delen met de mensen die je graag hebt.

Al dagen kauw ik op een manier om het gevoel te beschrijven. Ik zoek naar de juiste zinnen en combinaties van woorden, alsof het vinden van dat ene perfecte woord het gevoel zal temmen, alsof dat de oplossing zal zijn. De waarheid is helaas dat de keerzijde van emigreren niet te verbloemen valt. Heimwee en gemis doen evenveel pijn in een sprookjesachtige omgeving. Het gemis verandert niet als je het anders noemt. Dépaysement, le mal du pays, heimwee, homesickness, ... het gevoel verandert niet als je het vertaalt.

Emigreren is een prachtig avontuur en het grootste deel van de tijd genieten we met volle teugen van alles wat er op ons afkomt. Het pure feit van iets te kunnen opbouwen in een vreemd land is een verrijkende en onbetaalbare ervaring. Maar ik zou liegen als ik niet zou zeggen dat emigreren verdomd hard is ook. De waarheid is dat emigratie een avontuur is dat we alleen ondernemen. Hoeveel steun je ook krijgt van familie en vrienden, hoe goed het contact ook blijft, het is niet meer hetzelfde. Op het einde van de dag ben je op jezelf aangewezen, als het skypetelefoontje eindigt is het weer alleen wij twee. Dat vergt een sterke persoonlijkheid en de meeste dagen zijn we beiden uitgerust met de juiste skills om het avontuur aan te kunnen. Sommige dagen ook niet. Dat is de harde realiteit.

Dus als mensen vragen "kom je nog terug" en "blijf je dan daar", dan weten wij daar het antwoord niet op. Want we zouden dolgraag hier én daar zijn, bestaan op twee plaatsen, terugkomen én blijven.





dinsdag 26 april 2016

Forgotten world

Dit weekend was een verlengd weekend hier in Nieuw Zeeland. Het was Anzac day, waarbij de Australische en Nieuw Zeelandse soldaten, die in de oorlogen gestorven zijn, herdacht worden. Kenny en ik besloten om gebruik te maken van die extra verlofdag. We kozen voor een driedaagse trip naar Tongariro National Park. Het nationaal park is een viertal uurtjes rijden verwijderd van New Plymouth en staat op de werelderfgoedlijst van UNESCO. Je kan er ook één van de mooiste wandelingen ter wereld doen, nl. de Tongariro Alpine Crossing. Het park heeft verder drie actieve vulkanen, waarvan eentje wereldberoemd is als Mt. Doom. We verbleven in een fantastisch hotel met alles erop en eraan. Het was een heerlijke en ontspannende mini-vakantie.

Maar, hoe vreemd het ook mag klinken, Tongariro National Park is niet wat me is bijgebleven van onze mini-trip. Waar ik vandaag de wereld op attent wil maken met deze blog is het bestaan van een prachtig stukje Nieuw Zeeland waar niemand ooit over spreekt. Het draagt de toepasselijke naam "Forgotten World". De Forgotten World Highway is een ongeveer 3 uur durende rit die over Taumarunui National Park reist (nog zo'n plek waar je nooit iets over hoort). We hebben de highway al wel een paar keer afgereden, want ik ben dol op dit stukje Nieuw Zeeland, maar dit keer waren alle condities net perfect om van de trip een onvergetelijke ervaring te maken. Met perfecte condities bedoel ik barslecht weer. Het regende zoals het dat in Nieuw Zeeland al wel eens kan doen: alsof de hemelsluizen zijn opengezet. In de hoop op beter weer aan de andere kant van de rit begonnen we aan onze tocht. De straten werden minder en minder bebouwd en zachtjesaan werden de wegen steeds bochtiger. Aan tergend langzame snelheid klommen we door de bergen van Taumarunui National Park. De grijze laaghangende wolken verborgen alle schoonheid, alsof alleen wij wisten welke pracht er achter schuilhing. De radio had ons al lang verlaten en het enige geluid dat ons vergezelde was het hypnotiserende geluid van de ruitenwissers. Op onze GSM hadden we geen ontvangst meer. Onze reis bracht ons verder naar Whangamomona, dat zichzelf uitgeroepen heeft tot Republiek. De verlaten stad lijkt volledig weggelopen uit een filmset en op elk moment zou je verwachten dat er een cowboy op een paard zou kunnen langskomen. Een beetje verder stopt alle beschaving volledig en bestaat de highway uit niets meer dan een veredelde zandweg. We leken compleet alleen in deze vergeten wereld tot plots, alsof het afgesproken was, er een viertal oldtimers voorbij reden (echte museumstukken). Het leek alsof we een sprong in de tijd gemaakt hadden. We reden verder langs slapende dorpjes met gekke namen, dorpjes die bestaan uit grote boerderijen en verroeste schuren. Het was een ervaring, zoals de Forgotten World Highway dat altijd is. Na uren rijden door de regen en bergachtig gebied kwamen we eindelijk aan in Tongariro. Een prachtig stuk Nieuw Zeeland, maar toch net dat ietsje anders. Tongariro wordt druk geadverteerd als zijnde één van de mooiste stukken van het land en de wereld. Dat maakt dat honderden mensen op hetzelfde moment van die pracht en praal willen genieten. Maar de Forgotten World Highway is helemaal van ons, ons eigen vergeten plekje Nieuw Zeeland. Kilometers wonderbaarlijke nietsheid, alsof de moderne tijd niet tot hier geraakt is.

Het is moeilijk om de ervaring vast te leggen op foto's, het gaat meer om het gevoel dat de highway oproept. Hieronder toch enkele foto's (die genomen zijn op een andere, zonnige dag), zodanig jullie toch een beetje een idee krijgen.












donderdag 14 april 2016

De passievrucht

We hebben een klein moestuintje in onze tuin. Het klimaat leent zich ertoe, veel zon en veel regen. Er staat een variatie aan fruit, groenten en kruiden in onze tuin. We hebben een citroenboom, een feijoaboom, veel kruiden, paprika's, pepertjes, verschillende soorten sla en een passievruchtstruik. Jawel, een struik. Toen we de passievrucht vele weken geleden kochten, waren we nog van mening dat passievruchten aan plantjes groeiden. Dus plantten we onze mooie passievrucht, laten we hem Tom noemen, netjes in de moestuin, tussen de paprika's en de sla. Tom stond daar netjes en de dagen en weken gingen voorbij. We keken al uit naar heerlijke passievruchten, hoewel het etiket toch een zestal maanden wachttijd voorspelt. Er kwam zon en regen en nog meer zon (en nog veel meer regen). Het werd al snel duidelijk dat passievruchten niet aan plantjes groeien. Neen, erger nog, een passievrucht is een klimplant. Tom groeide hoger en hoger, kreeg prachtige bladeren en probeerde met zijn krullende ranken steeds verder te groeien. Maar er was niet genoeg plaats voor Tom. Het plekje dat hem was toegewezen was te klein, er was geen plaats om te groeien. We begonnen te beseffen dat we misschien nooit zijn prachtige bloemen zouden zien.
Daarom besloten we dit weekend om een mooi plekje uit te zoeken, waar Tom de Passievrucht het naar zijn zin zou hebben. We begonnen te graven en probeerden zachtjes om alle wortels mee te nemen. Het was een pijnlijk proces en sommige wortels bleven noodgedwongen achter, hoeveel we ook ons best deden. We brachten Tom naar zijn nieuwe plek, een zonovergoten stukje tuin waar hij alle ruimte zou hebben om te groeien. Hij kreeg zijn eigen bamboe raamwerk waar hij zijn krullen naar hartelust omheen kon slagen. Tom de Passievrucht zou hier gelukkig worden, dat wisten we wel zeker. Maar dat was hij niet, alle fut was weg uit deze prachtige plant. Zijn bladeren hingen triestig naar de grond en zijn sterke krullende ranken hadden de energie niet om het bamboe raamwerk te omarmen. Tom treurde. Hij had het best fijn gevonden tussen de paprika's en de sla. Even leek het alsof Tom nooit meer dezelfde zou zijn en we een vreselijke fout hadden gemaakt.
Tot deze ochtend, Tom de Passievrucht leek weer helemaal de oude. Beter zelfs, hij heeft zijn weg gevonden rond zijn nieuwe raamwerk en groeit naar hartelust.

Terwijl we de passievrucht stonden te bewonderen, merkte Kenny op "Misschien zijn wij wel net zoals hem". Ik knikte, want ja, zo is het maar net. Emigreren is een beetje je wortels uittrekken. Het is pijnlijk en je laat altijd een stukje van jezelf achter. Onvermijdelijk wordt er getreurd, want uiteindelijk was het oude plekje ook best fijn. Wij treurden, en soms treuren we nog. Maar net zoals Tom de Passievrucht, kunnen wij ook beter groeien op onze nieuwe plek. We zijn betere en sterkere versies van onszelf geworden. Want soms als je je wortels uittrekt, als je iets nieuws probeert, word je daar sterker van. Zelfs al is het in het begin moeilijk.


Sugarloaf Islands


Te rewarewa bridge

Taranaki
    




dinsdag 22 maart 2016

Dépaysement

De Fransen weten ervan, zij hebben er zelfs een woord voor: dépaysement heet het, dat gevoel dat je krijgt als je in een ander land zit. Neen, het is geen heimwee. Heimwee heeft een beetje een negatieve bijklank, het dekt de lading niet. Heimwee impliceert een droef gevoel, alsof je hier niet gelukkig bent. Dépaysement zegt het allemaal: het omvat de emoties die je voelt wanneer je je tracht aan te passen aan een nieuwe omgeving. En dat proberen wij al een aantal maanden te doen: ons aanpassen, kijken waar wij passen in dit nieuwe land.

Dat aanpassen lukt aardig, al zeggen we het zelf. Ik moet eerlijk toegeven dat ik de voorbije acht weken weinig bezig was met andere zaken dan training. Al mijn energie was geconcentreerd op het doorlopen van de training. Ik vertoefde in een kleine bubbel, een mini-universum, en alles wat daarbuiten gebeurde kon me niet deren. Nu ik bevrijd ben, heeft mijn hoofd weer tijd. Tijd om rond me te kijken en weer te beseffen waar we beland zijn, tijd om te genieten van al het moois dat dag in, dag uit op ons af komt.

Het is best veel waar we aan moeten wennen, maar we hebben al een bijzonder lange weg afgelegd. Het zit hem in de kleine dingetjes. We verstaan het Nieuw Zeelandse accent moeiteloos dus geen rare situaties meer in de supermarkt. We hebben klantenkaarten met exotische namen zoals Fly Buys en Onecard. We hebben een Nieuw Zeelands rijbewijs, dus kunnen nu overal het nationale identiteitsbewijs tonen. Rechts rijden is ondertussen waarschijnlijk moeilijker dan links rijden. We vinden zonder problemen onze weg in de stad, geen GPS meer nodig. Ik spreek al een aardig mondje Te Reo (want ja, zo noemt de taal die de Maori spreken), Maori liedjes boezemen me geen angst meer in en mijn collega's geven me complimentjes over mijn vorderingen. Ik krijg geen inzinking meer als ik naar de chips-smaken kijk, sommige zijn zelfs best lekker. We weten eindelijk waar we lekkere kaas en chocolade kunnen kopen.

Er zijn zoveel kleine vorderingen die we gemaakt hebben in de voorbije zes maanden. Heel af en toe verbazen we ons erover, maar nog veel vaker verbazen we ons helemaal niet. Het grootste deel van de tijd leven we ons rustige leventje, hier op de andere kant van de aardbol. We beseffen niet altijd waar we zijn, soms vergeten we heel eventjes dat we in Nieuw Zeeland zijn. Het lijkt dan allemaal zo gewoon, het lijkt normaal. Maar altijd komt er dan terug stilletjes dat besef. Het besef dat we toch wel heel ver weg zitten, dat we niet zomaar eventjes de telefoon kunnen nemen en bellen, dat we niet zomaar eventjes kunnen binnenspringen bij de mensen die we liefhebben, dat we op vrijdag geen frietjes met mayonaise kunnen eten, dat Jupiler nergens te koop is, dat ze hier geen Croky Bolognese hebben, dat de kaas en chocolade toch niet helemaal hetzelfde is, ... Dépaysement, de Fransen hebben het bij het rechte eind.


Zicht op Mt Taranaki
Mt. Taranaki

maandag 21 maart 2016

Goed genoeg

Gedurende twee weken vertoefde ik in Wellington, waar ik de laatste loodjes voltooide van de training voor mijn, ondertussen niet meer zo heel erg nieuwe, job. De training was druk en zwaar dus echt veel tijd was er niet om Wellington, de hoofdstad van Nieuw Zeeland, te verkennen. Er was enkel tijd om ons van onze accomodatie (het Royal New Zealand Police College, dat zijn beste tijd gehad heeft) naar de trainingslocatie (in het hartje van het Central Business District) te begeven. Gedurende die tijd konden we genieten van iets wat ik al lang niet meer had meegemaakt, en wat me herinnerde aan onze tijd in België: file, ellenlange files, uitzichtloze rijen auto's. Mijn trainingsmaatjes stonden al snel de autosleutels af aan mij: ik was in mijn nopjes in mijn natuurlijke habitat.

Het is een beetje jammer dat we niet echt de tijd kregen om het mooie Wellington te verkennen. Vanuit de auto vingen we hier en daar een glimps op van gezellige straten en knusse buurten. Het zag er allemaal fantastisch uit, maar wij kregen enkel de zakelijke kant te zien: groepen mensen die gehaast en ongeïnteresseerd naar hun bestemming hollen, de mensen leken voorbij te gaan aan de schoonheid van hun omgeving. De drukte en snelheid herinnerde me aan dat gevoel dat ik zo graag wou achterlaten, de gehaastheid van het bestaan.

Ik weet niet hoe het leven eraan toegaat in Wellington, maar toen ik de gehaaste mensen gadesloeg vanuit de auto wist ik weer hoe ik me in België voelde: alsof het nooit goed genoeg was. Hoe hard ik ook mijn best deed, het kon altijd beter. Enkele weken geleden maakte ik me zorgen en vulde mijn hoofd zich met exact dezelfde vraag: "is dit goed genoeg?". Deze week kwam ik tot de ontdekking dat dit wellicht de vloek is van ons Belgen, of misschien van alle Westerlingen: het is nooit goed genoeg.

Toen ik vrijdagavond uit het vliegtuig stapte in New Plymouth en meteen opkeek naar de imposante berg Taranaki wist ik het weer heel erg zeker: dit is zeker en vast goed genoeg. Er hing een kalmte in de lucht die kenmerkend is voor New Plymouth. Niemand holt hier, het is er te warm voor. Er heerst een beetje een slaperig sfeertje, alles gaat zijn gangetje. Er is tijd: om te genieten, om te praten, om stil te staan. Dit weekend vond WOMAD plaats in New Plymouth: een wereldmuziek en kunstfestival. Het stadspark werd omgetoverd tot een heus familiefeest met muziek van alle werelddelen en, nog belangrijker, overheerlijk voedsel van over de hele wereld. Het festival was ongelooflijk goed georganiseerd: propere toiletten en nergens een vuiltje op de grond. Het hele park was gevuld met blije gezichten en gelukkige mensen. Een aangenamer "welkom terug" in mijn nieuwe thuis kon ik me niet wensen!


dinsdag 1 maart 2016

Desillusies

Het is weeral een dikke twee, misschien zelfs drie, weken geleden dat ik een blog schreef. Dat besefte ik dit weekend al. Schrijven is één van mijn grootste passies, ik doe het zielsgraag en ik kan genieten van het vinden van een juiste zin of spannende woordcombinatie. Waarom dan, vroeg ik me dit weekend af, verwaarloos ik die passie de laatste weken? Het antwoord is simpel en moeilijk. Het antwoord is het laatste wat ik wou horen toen we zes maanden geleden koers zetten naar Nieuw Zeeland. Het antwoord is... dat ik het te druk heb met mijn nieuwe job. Het werk en de daarbijhorende training is intens en allesomvattend. Er valt weinig te ontsnappen aan de werkdruk als je twee weken op hotel gestuurd wordt om deel te nemen aan een opleiding.

Werkdruk, dat is helaas de nieuwe waarheid waar ik hier aan de andere kant van de wereld mee geconfronteerd wordt. En om nog eerlijker te zijn, het is niet zozeer de werkdruk of de intensiteit van de opleiding die me dwarsligt. Het is wat dat met me doet en wat dat in me losmaakt. Het is wat Kenny wonderlijk samenvatte in één duidelijke zin: we wilden avontuur en nu hebben we huisje-tuintje-boompje. Dat is het exact: we leven de Belgische droom, alleen 25.000 km verderop.

We leven onze zorgvuldig uitgedachte droom, hier in het verre Nieuw Zeeland. Zelfs met de aanwezige werkdruk leef ik nog steeds een stressloos bestaan. Na het werk kunnen wandelen aan het strand of op de berg, dat is van onschatbare waarde. Kenny kan de hele dag door genieten van al het moois dat New Plymouth te bieden heeft en ik hoor hem nog steeds niet klagen (New Plymouth heeft dan ook veel moois te bieden). We leven een rustig, voortkabbelend bestaan. We hebben een huisje met een tuin waar hond en poes zich in kunnen uitleven, met zelfs ruimte voor een mini-moestuintje. We hebben beperkte bezittingen en 90% van wat we bezitten hebben we gratis gekregen of uit de kringloopwinkel gehaald. Emigreren heeft nu eenmaal in perspectief geplaatst hoe nodig meubels en spullen echt zijn. Een TV hebben we niet, want er valt zoveel te beleven buiten dat er toch geen tijd is om voor de buis te hangen. Elke dag spring ik met een glimlach uit mijn bed, zelfs op werkdagen. Elke dag kan Kenny net een beetje langer blijven liggen dan mij, want hij heeft geen werkdagen.

Het klinkt fantastisch en dat is het ook. Toch kan ik me niet losmaken van die sluipende desillusie die zich van me meester maakt. Heel af en toe betrap ik mezelf op die stille vraag in mijn achterhoofd. Dan vraag ik mezelf: "is dit het nu?". We moeten toegeven dat alles ons enorm voor de wind gegaan is. Alles is perfect uitgedraaid zoals we het hadden gehoopt, zo mogelijks nog beter. Alles is ook veel sneller gegaan dan we hadden durven denken. Het lijkt allemaal zo gemakkelijk. Soms wou ik dat het meer was, maar emigreren gaat nu eenmaal niet over met draken vechten. Emigreren is een leven opbouwen in een ander land en zo wordt zelfs het grootste avontuur uiteindelijk huisje-tuintje-boompje.

Back Beach

Mt. Taranaki

Avondwandeling aan het strand

zondag 7 februari 2016

Stroomversnelling

Twee weken zijn er voorbijgegaan sinds mijn laatste blogpost, en wat een twee weken! Ons Nieuw-Zeelandse rustige kabbelende bestaan geraakte de voorbije twee weken even in een stroomversnelling, wat meteen ook een verklaring is voor de stilte op de blog.

Op 26 januari, twee weken geleden dus, kregen we de sleutels van ons huurhuis. De eerste kennismaking met onze nieuwe permanente stek, was niet echt overtuigend positief. Het leek alsof er de voorbije jaren nooit echt gekuist was in het huis en de tuin stond er maar zielig bij. Er was ons nochtans beloofd dat dode bomen verwijderd zouden worden en dat het hele huis een grondige poetsbeurt zou ondergaan. Ach, misschien hebben wij andere standaarden...
We bleven niet bij de pakken zitten en het daaropvolgende weekend pakten we het hele huis grondig aan. We kuisten alles van top tot teen, haalden onze gekregen salon op en kochten wat kleine noodzakelijke spulletjes. Op zondag verhuisden we dan eindelijk naar ons nieuwe stekje. Het afscheid van de mensen in het vakantiehuisje was nog moeilijker dan gedacht: na drie weken waren we al aardig aan elkaar gehecht geraakt. We kunnen gelukkig gemakkelijk contact houden, aangezien we niet ver weg verhuizen. De eerste nacht in ons nieuwe huisje brachten we door op kampeermatjes, omdat de meubelwinkel ons bed vergeten leveren was...

Veel tijd was er niet voor mij om te wennen aan het nieuwe huis, want maandagochtend vertrok ik voor dag en dauw met het vliegtuig naar Wellington om te beginnen aan week 1 van de intensieve training voor mijn nieuwe job. Van mijn collega's had ik al heel wat heftige verhalen gehoord en ik werd erop voorbereid me "aan het ergste te verwachten", de training zou intens worden. Aangekomen in Wellington maakte ik al snel kennis met mijn lotgenoten en we werden allen samen naar het Royal New Zealand Police College gebracht om daar de rest van de week door te brengen. Het Police College heeft zijn beste tijd gehad, maar bleek een uitstekende setting voor een intense trainingsweek. Mensen hebben nog al eens de neiging om vriendschapsbanden te vormen wanneer ze verenigd worden door moeilijke omstandigheden.
Terugblikkend op de eerste week ben ik alvast enorm positief. Ik heb erg veel geleerd over het therapeutische programma dat ik, hopelijk (als ik slaag, want jawel, er is een examen op het einde van de rit), binnenkort zal geven aan ex-gedetineerden. Als gratis extra heb ik een aantal leuke vrienden gemaakt. Een hele week samenleven met Nieuw Zeelanders is de allerbeste manier om je volledig onder te dompelen in de cultuur en iedereen vond het razend plezant om me allerlei "kiwi"dingen aan te leren. Ook wat betreft de Maori-cultuur begin ik stilaan meer zelfvertrouwen te krijgen, voornamelijk door het besef dat ik niet de enige ben die veel te leren heeft op dat vlak. Een enorm voordeel aan de groep is dat er een aantal mensen met een Maori achtergrond bij zijn, en zij vonden het fantastisch om de anderen te helpen met alle vragen over uitspraak, taal en cultuur.

Om iedereen een beetje een idee te geven van de moeilijkheidsgraad van mijn nieuwe uitdaging (en mijn vooruitgang) is hier mijn mihi (een soort welkomstspeech):

Tēnā koutou katoa (Welkom iedereen)
Nga mihi nui ki a koutou katoa (Warme groeten aan iedereen)
Ki te atua - Tēnā koe (aan de schepper - welkom)
Ki te papatuanuku - Tēnā koe (aan moeder aarde - welkom)
Ki te whare - Tēnā  koe (aan het huis/gebouw - welkom)
Ki te hunga mate (vaarwel aan de doden)
Ki te hunga ora (welkom aan de levenden)
Tēnā koutou katoa ( Welkom iedereen)

Dit soort tekst leek een week geleden nog Chinees (of Maori) voor mij, maar ondertussen kan ik het hele ding al foutloos uitspreken én zelfs begrijpen. De training gaat nog verder tot eind maart, wie weet hoeveel vooruitgang ik nog zal boeken!

Terwijl ik dus ver weg van huis Maori trachtte te leren en mezelf onderdompelde in psychologische concepten, probeerde Kenny van het huis een thuis te maken. Zijn week bestond voornamelijk uit de hopeloze en eindeloze zoektocht naar leuke en toffe meubels. Hij wist al een bureaustoel en bureau op de kop te tikken voor de ongelooflijke prijs van 2 dollar (in een kringloopwinkel uiteraard).

Hoewel het een fijne week is geweest, was ik vrijdag toch blij om terug op het vliegtuig te stappen naar New Plymouth. Toen door de wolken mt. Taranaki piekte, wist ik dat ik thuis was. Ik was blij om eindelijk de ervaring van het nieuwe huis te kunnen delen met Kenny. Het is een beetje vreemd om een thuis-gevoel te krijgen bij een stad waar je nog maar 3 weken woont en bij een huis waar je nog maar één nacht hebt doorgebracht. Na vijf maanden thuis-loos te zijn, rond te trekken en stil te staan weet ik dat het antwoord heel simpel is: thuis is waar Kenny en ik samen zijn, waar dat ook mag zijn.

Voor de liefhebbers, hieronder een filmpje van de waiata (het liedje) die iedereen die voor Department of Corrections werkt moet kennen, Te aroha:



woensdag 20 januari 2016

De job

Het is al donderdagavond in Nieuw Zeeland en daarmee zit mijn eerste echte werkweek er bijna op (de korte en nare marketingervaring in Christchurch tellen we al lang niet meer mee). Het is, op zijn zachtst uitgedrukt, al een ervaring geweest.

Maandag was mijn allereerste dag. Zoals dat hoort ging ik met veel kriebels in de buik naar het kantoor, nadat ik had overwogen om permanent huisvrouw te worden om alle werkstress te vermijden. Het was met een klein hartje dat ik me aanmeldde aan de receptie, maar het warme onthaal deed al mijn zorgen verdwijnen. Het ligt blijkbaar in de maori-cultuur (en dus ook de Nieuw Zeelandse) om elkaar eerst te leren kennen alvorens men over werk begint te praten. Dat is alvast een idee waar ik achter kan staan. Maandag leerde ik dus iedereen kennen, op een rustige manier. Het werd me meteen duidelijk dat de "toeristische Nieuw Zeelandse vriendelijkheid" niets is, vergeleken met de vriendelijkheid die ze tonen wanneer je er voor kiest om je in hun gemeenschap te vestigen. Toen ze hoorden dat we pas aangekomen waren in New Plymouth en dat we niets hadden, werd er meteen duchtig rondgebeld naar vrienden en familie om te kijken of iemand ons zou kunnen verderhelpen. We hebben ondertussen al een zetel, twee stoelen en een bed.
Het hoeft dus niet gezegd dat ik maandagavond vol lof was over mijn nieuwe job bij het thuiskomen.

Dinsdag maakte de initiële roze wolk plaats voor de realiteit onder de vorm van een deftige cultuurshock. Dinsdagochtend besloot men immers om de dag te beginnen met een maori-lied. Ik deed mijn best en overleefde het hele gebeuren. Toen ik nadien echter uitleg kreeg over de training die ik de komende weken zal krijgen en daarin woorden zag staan als mihi, kawa en tikanga kreeg ik het wat moeilijk. Wanneer ik dan ook nog eens de opdracht kreeg om mijn eigen mihi en pepeha voor te bereiden, wou ik naar huis. Ik had het gevoel dat de nieuwe uitdaging die ik gekozen had van te grote omvang was en dat het mij nooit zou lukken. Hoewel ik me nog steeds erg goed voelde op de job, kwam er een grote zweem van onzekerheid bij kijken.

Ik besloot dat het dom zou zijn om dit probleem verder te laten groeien en vroeg meteen hulp. Vandaag kreeg ik een telefoon van de cultural supervisor die me met plezier een antwoord gaf op al mijn vragen. Ze hielp me bij het begrijpen van alle vreemde woorden, stelde me gerust en gaf me tips voor mijn eigen mihi en pepeha. In het kort gezegd is een mihi een soort van openingszin en een pepeha is een korte voorstelling van jezelf. Ik voelde me een pak geruster nadien: het zal nog een lange weg worden, maar wat een interessante weg. Ik wou dat ik de hele weg in één keer kon bewandelen, maar mijn collega's wezen me er al een aantal keer op dat ik geduld moet hebben, "Rome wasn't build in a day". Het is enorm moeilijk mijn enthousiasme te temperen en af en toe bekijken ze me alsof ik een beetje gek ben. Ik geef toe dat "I'm having soooo much fun" misschien een mogelijks vreemd antwoord is, als mensen vragen hoe je werkdag verloopt. Het moge duidelijk zijn: ik ben zeer tevreden met de nieuwe job. Ik heb nog veel te leren en het zal zeker niet altijd gemakkelijk zijn. Maar ik heb er enorm veel zin in. De job is alles wat ik gehoopt had.

En Kenny? Die geniet van het leven. Hij leest boeken, loopt, wandelt, eet en slaapt. Hij rijdt ook veel rond, om New Plymouth te verkennen en de sfeer op te snuiven. Hij haalt me 's avonds op samen met Saiko en dan gaan we na het werk nog even aan de zee wandelen. Het leven kan mooi zijn...

vrijdag 15 januari 2016

Hello New Plymouth

Het is alweer eventjes geleden en ondertussen zitten we op het Noordereiland van Nieuw Zeeland, in het zonnige New Plymouth.

Het afscheid van Christchurch viel ons moeilijk. In de paar maanden dat we er woonden was het onze thuis geworden. Het voelde alsof we voor de zoveelste keer ontheemd werden. Je zou denken dat we dat ondertussen al gewend zouden zijn... Deze keer reden we ook de realiteit tegemoet. In New Plymouth zou het echte leven immers beginnen.

De rit van Christchurch naar New Plymouth viel al bij al nog mee. Mauwie lijkt het verhuizen al een beetje gewoon te zijn en was een uiterst voorbeeldige poes. Ook Saiko zette zijn beste pootje voor en deed op geen enkel moment lastig. Zelfs de rit op de ferry leek de twee niet uit hun lood te slaan. Na een tocht van maar liefst 15 uur kwamen we eindelijk aan in New Plymouth. We hadden nog net voldoende energie om in het bed van ons vakantiehuisje te ploffen.

Echt veel tijd om op adem te komen was er echter niet. De volgende dag hadden we immers al meteen afspraken vastgelegd om huurhuizen te bekijken. Op dit moment verblijven we in een vakantiehuisje. Een heel mooi huisje met een mooie tuin, maar te klein voor 2 mensen, 2 dieren en ons hele hebben en houden. De zoektocht naar een iets grotere en iets permanentere woonst was dus prioriteit. We hadden ons voorbereid op een lange en moeilijke zoektocht. We gingen ervan uit dat onze dieren en de afwezigheid van referenties het ons danig moeilijk zouden maken. Niets is blijkbaar minder waar: we haalden onze charme boven (en lieten vooral Saiko de harten veroveren) en kregen meteen het eerste huis dat we wilden toegewezen. Het leven hoeft blijkbaar niet moeilijk te zijn... 26/01 kunnen we verhuizen naar ons nieuwe huisje, dichtbij het strand en dichtbij de stad. We kijken er al naar uit...

De voorbije dagen namen we uiteraard ook de tijd om New Plymouth te verkennen. De eerste conclusies zijn positief. Wat ik hier de eerste keer ook al merkte, blijkt nog steeds zo: de mensen zijn hier zo mogelijk nog vriendelijker dan elders. Volgens de dame van ons vakantiehuisje komt dat doordat New Plymouth zeer afgelegen ligt en je daardoor een hecht community-gevoel krijgt. Voor de rest is New Plymouth gewoon een hele leuke plek, een gezellige stad met een overvloed aan toffe trendy plekken. De zee met de glinsterende zwarte stranden aan de ene kant en de besneeuwde top van de vulkaan aan de andere kant, groene velden en een hip stadscentrum in het midden: alles samen vormt het een idyllisch geheel. Het lijkt vreemd dat hierover bijzonder weinig "in de boekjes" staat geschreven. New Plymouth lijkt misschien wel Nieuw Zeeland's best bewaarde geheim. Wij zijn alvast blij dat we het ontdekt hebben.

donderdag 7 januari 2016

Goodbye Christchurch

Maandag verlaten we Christchurch en beginnen we aan onze, hopelijk laatste, grote verhuis. Met nog slechts twee dagen op de Christchurch-teller lijkt het gepast om even terug te blikken op onze tijd op het Zuidereiland. Ons bezoek aan de grootste stad van het Zuidereiland was aan de korte kant, maar daardoor niet minder bewogen. Om het met een cliché te zeggen: we zijn gegroeid. Het lijkt gepast, in deze stad die zelf aan het groeien is na de verwoestende aardbeving.

Waarom gegroeid? Enkele maanden geleden waren we nog Nieuw Zeeland groentjes. We waren het land binnengekomen vol wilde dromen en halve plannen. In Auckland en Taupo beseften we stilaan dat we er niet zouden komen zonder enige vorm van richting te geven aan onze droom. In Christchurch vonden we die richting. Meer nog, in Christchurch vonden onze drukke hoofden rust. Voor we ons hier vestigden, wisten we niet waar naar toe. Onze gedachten dansten in alle richtingen, maar nooit bleven ze bij één punt. Het was alsof we onze eigen aardbeving beleefden, waarbij letterlijk alles wat we normaal en gewoon achtten op zijn grondvesten daverde. We hadden een prachtige kans gekregen en alle wegen stonden open, maar zoals ik al eens eerder schreef, is "geen plan" niet altijd een godsgeschenk. Er was keuzestress: we wilden koste wat kost de juiste keuze maken om deze unieke kans niet te verpesten. In Christchurch stopten onze gedachten met hun afleidende dans. We kozen een richting, volgden een plan en slaagden daarin. We verlaten Christchurch als twee sterkere personen, gegroeid na onze eigen aardbeving.
We leerden dat we het niet altijd zo moeilijk hoeven te maken. Het draait om het vinden van je passie, datgene waar je je dagen mee wilt vullen, waarvoor je slaap wilt laten, datgene wat al het andere onbelangrijk maakt. Soms moet je 20.000 km verderop verhuizen om te beseffen dat je al lang wist wat je passie was. Soms verhuis je naar de andere kant van de wereld om te ontdekken dat je het nog steeds niet weet. Ik (her)vond mijn passie, Kenny zoekt. Beiden zijn ok, want wie zoekt, die vindt.

Gevonden passie of niet, beiden van ons zijn klaar voor de grote overtocht naar New Plymouth. Ik kijk er al naar uit om acht uren in de auto te zitten met Mauwie en ik ben er zeker van dat zij het opnieuw fantastisch zal vinden. Indien jullie daarbij enig sarcasme ontdekken, is dat volledig correct.
Het was een aangename tijd hier in Christchurch. We leerden immens veel, leerden fijne mensen kennen en zagen prachtige delen van Nieuw Zeeland. Het is met gemengde gevoelens dat we afscheid nemen van ons eerste echte "thuis"-gevoel in Nieuw Zeeland.... Goodbye Christchurch.