zondag 7 februari 2016

Stroomversnelling

Twee weken zijn er voorbijgegaan sinds mijn laatste blogpost, en wat een twee weken! Ons Nieuw-Zeelandse rustige kabbelende bestaan geraakte de voorbije twee weken even in een stroomversnelling, wat meteen ook een verklaring is voor de stilte op de blog.

Op 26 januari, twee weken geleden dus, kregen we de sleutels van ons huurhuis. De eerste kennismaking met onze nieuwe permanente stek, was niet echt overtuigend positief. Het leek alsof er de voorbije jaren nooit echt gekuist was in het huis en de tuin stond er maar zielig bij. Er was ons nochtans beloofd dat dode bomen verwijderd zouden worden en dat het hele huis een grondige poetsbeurt zou ondergaan. Ach, misschien hebben wij andere standaarden...
We bleven niet bij de pakken zitten en het daaropvolgende weekend pakten we het hele huis grondig aan. We kuisten alles van top tot teen, haalden onze gekregen salon op en kochten wat kleine noodzakelijke spulletjes. Op zondag verhuisden we dan eindelijk naar ons nieuwe stekje. Het afscheid van de mensen in het vakantiehuisje was nog moeilijker dan gedacht: na drie weken waren we al aardig aan elkaar gehecht geraakt. We kunnen gelukkig gemakkelijk contact houden, aangezien we niet ver weg verhuizen. De eerste nacht in ons nieuwe huisje brachten we door op kampeermatjes, omdat de meubelwinkel ons bed vergeten leveren was...

Veel tijd was er niet voor mij om te wennen aan het nieuwe huis, want maandagochtend vertrok ik voor dag en dauw met het vliegtuig naar Wellington om te beginnen aan week 1 van de intensieve training voor mijn nieuwe job. Van mijn collega's had ik al heel wat heftige verhalen gehoord en ik werd erop voorbereid me "aan het ergste te verwachten", de training zou intens worden. Aangekomen in Wellington maakte ik al snel kennis met mijn lotgenoten en we werden allen samen naar het Royal New Zealand Police College gebracht om daar de rest van de week door te brengen. Het Police College heeft zijn beste tijd gehad, maar bleek een uitstekende setting voor een intense trainingsweek. Mensen hebben nog al eens de neiging om vriendschapsbanden te vormen wanneer ze verenigd worden door moeilijke omstandigheden.
Terugblikkend op de eerste week ben ik alvast enorm positief. Ik heb erg veel geleerd over het therapeutische programma dat ik, hopelijk (als ik slaag, want jawel, er is een examen op het einde van de rit), binnenkort zal geven aan ex-gedetineerden. Als gratis extra heb ik een aantal leuke vrienden gemaakt. Een hele week samenleven met Nieuw Zeelanders is de allerbeste manier om je volledig onder te dompelen in de cultuur en iedereen vond het razend plezant om me allerlei "kiwi"dingen aan te leren. Ook wat betreft de Maori-cultuur begin ik stilaan meer zelfvertrouwen te krijgen, voornamelijk door het besef dat ik niet de enige ben die veel te leren heeft op dat vlak. Een enorm voordeel aan de groep is dat er een aantal mensen met een Maori achtergrond bij zijn, en zij vonden het fantastisch om de anderen te helpen met alle vragen over uitspraak, taal en cultuur.

Om iedereen een beetje een idee te geven van de moeilijkheidsgraad van mijn nieuwe uitdaging (en mijn vooruitgang) is hier mijn mihi (een soort welkomstspeech):

Tēnā koutou katoa (Welkom iedereen)
Nga mihi nui ki a koutou katoa (Warme groeten aan iedereen)
Ki te atua - Tēnā koe (aan de schepper - welkom)
Ki te papatuanuku - Tēnā koe (aan moeder aarde - welkom)
Ki te whare - Tēnā  koe (aan het huis/gebouw - welkom)
Ki te hunga mate (vaarwel aan de doden)
Ki te hunga ora (welkom aan de levenden)
Tēnā koutou katoa ( Welkom iedereen)

Dit soort tekst leek een week geleden nog Chinees (of Maori) voor mij, maar ondertussen kan ik het hele ding al foutloos uitspreken én zelfs begrijpen. De training gaat nog verder tot eind maart, wie weet hoeveel vooruitgang ik nog zal boeken!

Terwijl ik dus ver weg van huis Maori trachtte te leren en mezelf onderdompelde in psychologische concepten, probeerde Kenny van het huis een thuis te maken. Zijn week bestond voornamelijk uit de hopeloze en eindeloze zoektocht naar leuke en toffe meubels. Hij wist al een bureaustoel en bureau op de kop te tikken voor de ongelooflijke prijs van 2 dollar (in een kringloopwinkel uiteraard).

Hoewel het een fijne week is geweest, was ik vrijdag toch blij om terug op het vliegtuig te stappen naar New Plymouth. Toen door de wolken mt. Taranaki piekte, wist ik dat ik thuis was. Ik was blij om eindelijk de ervaring van het nieuwe huis te kunnen delen met Kenny. Het is een beetje vreemd om een thuis-gevoel te krijgen bij een stad waar je nog maar 3 weken woont en bij een huis waar je nog maar één nacht hebt doorgebracht. Na vijf maanden thuis-loos te zijn, rond te trekken en stil te staan weet ik dat het antwoord heel simpel is: thuis is waar Kenny en ik samen zijn, waar dat ook mag zijn.

Voor de liefhebbers, hieronder een filmpje van de waiata (het liedje) die iedereen die voor Department of Corrections werkt moet kennen, Te aroha: