vrijdag 13 mei 2016

Op werkvlak

Volgende week ben ik exact vier maanden in dienst bij mijn nieuwe job. De tijd vliegt, zegt men dan. De tijd is ook effectief voorbijgevolgen. De eerste drie maanden werden gevuld door de zeer doorgedreven opleiding, zoals jullie weten. De voorbije maand ben ik eindelijk effectief van start gegaan met het echte werk. Drie weken geleden ging het eerste langdurige therapeutisch programma voor daders in New Plymouth van start. 10 mannen maken deel uit van de groep en zullen gedurende 12 weken lang een doorgedreven therapeutische begeleiding krijgen van ondergetekende en collega.

De effectieve start van het programma was, net zoals alle onderdelen van mijn leven tegenwoordig, een emotionele rollercoaster. Ik kon mezelf niet van de gedachte ontdoen dat ik het mezelf wel heel erg moeilijk gemaakt had. Waarom had ik niet gewoon een gemakkelijke job gekozen? Eentje die ik meteen erg goed zou kunnen en waar ik in zou kunnen uitblinken... Hoewel ik de opleiding goed had doorstaan, is de effectieve job een ander paar mouwen. De job spreekt een heel nieuwe skillset aan waar ik nog maar weinig ervaring mee heb. Bovendien moet er uiteraard een bepaalde handleiding gevolgd worden, die ik ook nog niet voldoende onder de knie heb. Voeg daar dan nog eens aan toe dat je tien mannen tegelijk in het oog moet houden en je krijgt een wel heel moeilijke cocktail. Gelukkig hoef ik dat dus niet alleen te doen en heb ik een goede collega die me steunt doorheen al mijn emotionele hoogtes en laagtes.

De voorbije weken was er dus behoorlijk wat twijfel over de uitdaging die ik was aangegaan. Ik dacht dat ik het mezelf te moeilijk had gemaakt en dat ik de job nooit onder de knie zou krijgen. Tot de rede me toesprak, dit keer verwezenlijkt door mijn mama, en me er op wees dat alle begin moeilijk is. Tja, soms hoeft het niet ingewikkeld te zijn om verandering teweeg te brengen. Mama had gelijk, alle begin is moeilijk en zeker het begin van een nieuwe job in een vreemd land in een vreemde taal. Ik kon plots de dingen weer wat in perspectief zien.

Deze week ging ik dus met een nieuwe blik terug gaan werken. Ik deed mijn best, wetende dat ik niet perfect zou zijn. Het loslaten van de stress bracht meteen met zich mee dat ik eigenlijk beter presteerde dan alle voorbije dagen en weken. Ik had er opnieuw plezier in en dat werd opgemerkt. Deze vrijdag toen het tijd was om naar huis te gaan, dacht ik spontaan "oh nee, vrijdag, ik wil eigenlijk nog een beetje werken". Ik vond het zowaar jammer dat het al weekend was. Plots wist ik dat het goed zat. Want is dat niet het gevoel dat we eigenlijk allemaal willen? 's Ochtends met plezier uit het bed springen omdat je zo snel mogelijk op het werk wil zijn en het jammer vinden dat het vrijdag is. Ja, eigenlijk zit het wel goed.

Random foto van Saiko



woensdag 11 mei 2016

De vijf stadia van emigreren

Men zegt dat mensen die emigreren dezelfde stadia doorlopen als iemand die rouwt. In het begin had ik moeite om dat te geloven, je kiest immers om te emigreren terwijl je er niet voor kiest om iemand te verliezen en te rouwen. Ik was ervan overtuigd dat het aspect "keuze" een invloed had op hoe je de emoties die eraan verbonden zijn, ervaart. Ondertussen weet ik dat ik fout was. Wie emigreert, maakt een bewuste keuze maar verliest ook veel. Je verliest je land, je familie, je vrienden, je gewoonten, je dagelijkse routine. Je verliest alles wat je gekend hebt en normaal vond. Natuurlijk kan je nog op bezoek naar je thuisland, je kan lekkere producten bestellen online, je kan skypen met de familie, een whatsapp berichtje sturen naar de vrienden en je bouwt een nieuwe routine op. Klopt allemaal, maar dat neemt helaas de realiteit niet weg: dat je ver weg verwijderd bent van alles wat je ooit kende.

En dus begint het emigratieavontuur met de volledige ontkenning van al die moeilijke emoties. Ik herinner me nog onze eerste weken, maanden in Nieuw Zeeland. Wat waren we naïef... We waren volledig in vakantiestemming en ervan overtuigd dat het altijd zo zou blijven. We vroegen ons zelfs luidop af "wanneer het nu moeilijk zou worden" en waren er rotsvast van overtuigd dat dat nooit zou gebeuren. Wij waren immers sterk en hadden alles op een rijtje. Wij treurden niet.

Vanaf het moment dat we ons in Christchurch settelden, begon dat dromerige vakantiegevoel weg te ebben. Het begon door te dringen dat we hier waren om te blijven en dat het echte leven ook moest beginnen. De boosheid begon toe te slaan. Ik was kwaad op iedereen en was ervan overtuigd dat men ons eigenlijk niet miste. In alles vond ik daarvoor bewijs. Ik wou niet toegeven dat ik België, en de daarbijhorende mensen, eigenlijk zelf enorm hard miste en kanaliseerde daarom al mijn energie in boos zijn. Gelukkig was ik slim genoeg om die boosheid voor mezelf te houden. Diep vanbinnen wist ik toen eigenlijk al wel wat er aan de hand was.

Zoals bij elk goed rouwproces ving nadien de onderhandelingsfase aan. We begonnen allerlei wilde plannen te maken. Het ene plan was al gekker dan het andere, maar elk plan had wel gemeen dat er "een België-optie" in zat. We begonnen te bekijken "hoe belangrijk het nu écht was dat we in Nieuw Zeeland bleven". Ook de mogelijkheid om "nu meteen direct" naar België te vliegen werd ongeveer één keer per dag bekeken.

En dan kwam de depressie. Als een donderslag bij heldere hemel, plots, uit het niets. Plots was het groene gras niet meer zo groen en de heldere hemel niet meer zo blauw, de prachtige vulkaan te hoog om te beklimmen en de oceaan te koud om in te zwemmen. Het land van onze dromen liet zijn imperfecties zien en het besef dat geen enkele plaats 100 % perfect is nam toe.

De volgende stap is aanvaarding. We kijken er al naar uit.

Het lijkt misschien vreemd, de bereidheid om je zo slecht te voelen, te kiezen voor een soort van rouwproces, als je ook gewoon op de vlieger kan stappen en netjes terug naar huis kan gaan. Dat is omdat, onder al de harde emoties, Nieuw Zeeland nog steeds onze droom blijft. Onze droom die we hebben waargemaakt. En wie heeft ooit gezegd dat dromen volgen gemakkelijk is?



vrijdag 6 mei 2016

De emigratiedip

"Kom je nog terug", vragen mensen me. Een vraag waar ik het antwoord niet op weet. "Blijf je dan daar?", volgt dan meestal. En opnieuw blijf ik het antwoord schuldig. Het antwoord is dat we het niet weten, en dat niet weten ook ok is. Bijna acht maanden zijn we nu in Nieuw Zeeland, dat is niet bijzonder lang maar ook niet bijzonder kort. Acht maanden is voldoende. Voldoende om een heleboel ontdekt te hebben maar niet genoeg om alle antwoorden te hebben.
Acht maanden is voldoende om dat moment te bereiken waar we al wel eens over gelezen hadden: de emigratiedip. Het moment waarop routine bereikt wordt en het normale leven weer start. Het moment waarop de vakantie eindigt en je noodgedwongen naar het echte leven over moet. Het spannende en nieuwe is er af en de dagen worden normaal. Het plotse besef dat dit het leven is nu, kruipt zachtjesaan het denken binnen. Als de dagen rustig worden, is er plaats voor nieuwe zorgen. Zo is de menselijke geest netjes bedacht. Het lichtjes kleurrijke gevoel van dépaysement waar ik eerder nog over schreef maakt plaats voor goede ouderwetse heimwee in al zijn facetten. 
Heimwee, het verlangen naar bekende zekerheden. Een dubbel gevoel, want wat zijn tegenwoordig nog bekende zekerheden? Een verlangen naar thuis, waar dat ook moge zijn. De dualiteit en absurditeit van heimwee overvalt plots, wanneer je het het minste verwacht. Alsof je nooit 100 % gelukkig mag zijn. Net als je van al het geluk wil genieten, herinnert het leven je eraan dat je het niet kan delen met de mensen die je graag hebt.

Al dagen kauw ik op een manier om het gevoel te beschrijven. Ik zoek naar de juiste zinnen en combinaties van woorden, alsof het vinden van dat ene perfecte woord het gevoel zal temmen, alsof dat de oplossing zal zijn. De waarheid is helaas dat de keerzijde van emigreren niet te verbloemen valt. Heimwee en gemis doen evenveel pijn in een sprookjesachtige omgeving. Het gemis verandert niet als je het anders noemt. Dépaysement, le mal du pays, heimwee, homesickness, ... het gevoel verandert niet als je het vertaalt.

Emigreren is een prachtig avontuur en het grootste deel van de tijd genieten we met volle teugen van alles wat er op ons afkomt. Het pure feit van iets te kunnen opbouwen in een vreemd land is een verrijkende en onbetaalbare ervaring. Maar ik zou liegen als ik niet zou zeggen dat emigreren verdomd hard is ook. De waarheid is dat emigratie een avontuur is dat we alleen ondernemen. Hoeveel steun je ook krijgt van familie en vrienden, hoe goed het contact ook blijft, het is niet meer hetzelfde. Op het einde van de dag ben je op jezelf aangewezen, als het skypetelefoontje eindigt is het weer alleen wij twee. Dat vergt een sterke persoonlijkheid en de meeste dagen zijn we beiden uitgerust met de juiste skills om het avontuur aan te kunnen. Sommige dagen ook niet. Dat is de harde realiteit.

Dus als mensen vragen "kom je nog terug" en "blijf je dan daar", dan weten wij daar het antwoord niet op. Want we zouden dolgraag hier én daar zijn, bestaan op twee plaatsen, terugkomen én blijven.