donderdag 17 december 2015

De job

Vorige week zette ik mijn beste beentje voor op het jobinterview voor Programme Facilitator en Probation Officer, zoals jullie konden lezen in mijn vorige blogstukje.

De dag nadien kreeg ik al een telefoontje van de Principal Facilitator (dat is dus, kort uitgelegd, het hoofd van de andere facilitators) dat men 'onder de indruk' was van mijn prestaties op het assessment center en het job interview. Hij legde uit dat ik de voorkeurskandidaat was, maar dat er nog een aantal puntjes op de i gezet moesten worden. Hij voegde er aan toe "don't celebrate just yet".
Wat nadien volgde was, in mijn beleving, een maandenlange periode van angstvallig wachten op nieuwtjes (in realiteit slechts enkele dagen...). Aanvankelijk ging alles goed. Ik wist welke zaken er allemaal nog dienden te gebeuren en mijn rationele zelf wist me er de eerste twee dagen van te overtuigen dat alles wel in orde zou komen. Ik begon mezelf het idee eigen te maken "dat ik een job had".
Maar dan plots, na twee dagen rustig door het leven te gaan, verdween mijn rationele zelf. Hypergestresseerde, paniekerige en onzekere zelf nam de plaats in. Ik was er plots 100% van overtuigd dat men zich had bedacht, maar men dit nu niet meer durfde zeggen. Ik zag beelden voor me van een personeelsdienst die strootjes aan het trekken was om me het slechte nieuws te brengen "no, you tell her that we're not going to hire her". De dagen tikten langzaam verder en ik zag elke minuut op de klok. Wist je dat er 1440 minuten in een dag zijn? Ik hield een hele dag mijn GSM in de hand, uit schrik dat ik een telefoontje zou missen. Om er zeker van te zijn dat ik wel verbinding had, belde ik mezelf een aantal keren vanop Kenny zijn GSM. Een mens kan niet zeker genoeg zijn...

Om de moraal hoog te houden, beslisten we gisteren om alvast de "feestfles" aan te kopen. Je weet wel, een fles champagne van een goed merk die je pas mag openen als alles zeker is. Helaas, Kenny had zijn paspoort niet mee en hier in Nieuw Zeeland is 'geen paspoort' gelijk aan 'geen drank', althans toch als je er zo jeugdig uitziet als Kenny. Het was een teken van God: hij wou ons geen dure fles champagne laten aankopen die we toch nooit zouden kunnen opdrinken. (Vreemd toch, hoe een mens in tijden van nood altijd een beetje gelovig wordt). Toen er gisterenavond nog steeds geen telefoontje was van Corrections, wist ik het wel zeker: men had zich bedacht. Ik zou eeuwig werkloos blijven in het land van melk en honing.

Deze ochtend kwam eindelijk het verlossende telefoontje: ik heb de job! Al mijn weemoedigheid was voor niets geweest. 18 januari start ik als de nieuwe programme facilitator van New Plymouth. Hoe gelukkig ik daar juist mee ben, weten jullie denk ik allemaal wel. Na de "heb-ik-een-job?"-stress kan nu de "help-ik-heb-een-job"-stress beginnen. Er zijn zoveel nieuwe zaken die ik zal moeten leren. Hoewel de job deels aanleunt bij mijn vorige job, is ze toch ook voor een groot deel uit mijn comfortzone: het hele adviesgedeelte valt weg en maakt plaats voor enkel en alleen begeleiding van gedetineerden. Er wordt een doorgedreven opleiding voorzien, dus ik heb er wel vertrouwen in dat het goedkomt. Meer dan dat: ik heb er enorm veel zin in! Was het maar al 18 januari!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten